Toespraak bij de opening van de veteranenbijeenkomst op 23 juni 2017 in het gemeentehuis te Made

Geachte veteranen, familieleden, vrienden en overige belangstellenden, Namens het college en de gemeenteraad van de gemeente Drimmelen heet ik u, voor de 12e keer alweer, van harte welkom op deze bijeenkomst in het gemeentehuis ter ere van Nederlandse Veteranendag. Een dag om diegenen te bedanken die zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden.

Vorig jaar vertelde John de Heijde uit Made, sergeant-majoor bij de 13 Gemechaniseerde Brigade in Oirschot, over zijn uitzendingen naar Afghanistan. Ook vandaag maken wij graag gebruik van het aanbod van een van onze inwoners om een bijdrage te leveren aan deze middag. Zo meteen vertelt Joost Tuinman uit Wagenberg, majoor der Infanterie bij het Korps Commandotroepen, over zijn ervaringen tijdens een nog recentere missie, namelijk naar Mali.

Als burgemeester ben ik verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Regelmatig maken wij analyses over mogelijke risico’’s op calamiteiten en rampen. Een realistische dreiging in het geval van onze gemeente komt van het water. We zijn immers omsloten door Nationaal Park De Biesbosch en rivier De Amer en aan de zuidkant door de rivier De Mark. De kans op zo’’n calamiteit is niet groot, maar als het gebeurd zijn de gevolgen enorm.

Het allereerste Drimmelen was een nede rzetting in de huidige Biesbosc, gebouwd op een verhoging aan de oe ver van de Middeleeuwse Maas. De naam Drimmelen vindt zijn oorsprong, zeggen sommige deskundigen, dan ook in het woord Drumlin, wat Iers-Keltisch is voor ‘‘verhoging’’. In 1421 is het toenmalige dorp Drimmelen, het echte Oud-Drimmelen, volledig weggevaagd door de Sint Elisabethsvloed, dus bijna 600 jaar geleden.

En relatief recent, tijdens de watersnoodramp in 1953 stond ook de gemeente Drimmelen oog in oog met het aanrollende water , en was evacuatie van een groot deel van de inwoners noodzakelijk. Niet voor niks hechten we aan onze bescherming tegen het water en investeren we veel in de kwaliteit van onze dijken en waterkeringen.

Maar er is meer. De verhoogde terreurdreiging van de afgelopen periode, recente aanslagen in Frankrijk, Duitsland, Engeland, Irak en Afghanistan, cyber-aanvallen op digitale netwerken. Dreigende taal van regeringsleiders. Spanning onder bevolkingsgroepen. De dreiging lijkt te veranderen. De sfeer is anders. Het voelt anders. Vanzelfsprekendheden vanuit de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn er niet meer. Vrede en veiligheid waren al niet vanzelfsprekend en zijn dat vandaag de dag zeker ook niet. Alertheid en oog voor nieuwe gevaren zijn nodig. Het gaat tenslotte om onze vrijheid.

En dan realiseer je je, dat je soms meer moet doen dan dijken verhogen. Dat moeten we met elkaar doen. Zoals voormalig Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp ooit zei:

“"Soms is het nodig onvrijheid bij de bron te bestrijden. Daarvoor hebben we de krijgsmacht. Daarom zetten militairen ook vandaag hun leven op het spel. Niet dat militairen alle problemen moeten oplossen. Integendeel. Militaire inzet is hooguit onderdeel van een bredere oplossing. Maar ook als samenleving en als individu kun je bijdragen aan vrijheid. Door elkaar te respecteren. Door je stem te laten horen. Door te erkennen dat vrijheid iets is waaraan we moeten blijven werken.”"

U, hier aanwezig, heeft dat gedaan, elk op uw eigen manier, tijdens verschillende omstandigheden en situaties.

Een paar maanden geleden mocht ik aan vijf van u, alle vijf in de jaren 80 uitgezonden geweest naar Libanon, het ‘‘Draaginsigne voor deelname aan een vredesmissie van de Verenigde Naties’’ uitreiken. Net als toen wil ik ook deze toespraak eindigen door u allen te zeggen: Uw inzet voor onze vrijheid verdient onze erkenning en onze waardering.

Ik wens u een waardevolle en prettige middag.
En geef nu graag het woord aan majoor Tuinman.