Omgevingsgesprek

Omgevingsgesprek, hoe werkt dat?

Wat u moet weten

Bent u van plan om iets te bouwen, uw woning te verbouwen of uw bedrijf te veranderen? Of organiseert u een evenement? Vaak heeft u dan een omgevingsvergunning nodig. Voordat u de vergunning aanvraagt, vraagt de gemeente van u dat u de plannen overlegt met de buren. Dit noemen we ‘het omgevingsgesprek’. De buren, dat zijn de mensen die iets zullen merken van de activiteiten.

Omgevingssprek

Tijdens ‘het gesprek met de buren’ praat u met iedereen die te maken heeft met uw plan. Dit kunnen buren, omwonenden en bedrijven zijn. Zo laat u zien dat u rekening houdt met uw omgeving en weten de buren waar ze aan toe zijn. Misschien hebben de buren een heel goed idee waar u veel aan heeft. Of de buren zijn zo enthousiast, dat ze hun huis op dezelfde manier willen aanpassen. Zo kunt u misschien zelfs kosten besparen!

Niet iedereen hoeft het met uw plan eens te zijn

Het is niet zo dat iedereen het eens moet zijn of blij moet zijn met uw plan. Het gaat erom dat u als initiatiefnemer uw plannen met de buurt bespreekt. U kunt dan rekening houden met de reacties. Bijvoorbeeld door te kijken of aanpassingen mogelijk zijn om in te spelen op wensen uit de omgeving of zorgen weg te nemen. Door het gesprek aan te gaan weten de buren wat u van plan bent en mogelijk voorkomt u zo bezwaren en daarmee vertraging van de uitvoering van uw plannen.

De buren

Wie uw buren zijn bepaalt u door na te gaan wie wat merkt van uw plan: wie ziet de veranderingen aan het gebouw, wie merkt dat er meer verkeer komt door uw plan, wie merkt wat van de bouwwerkzaamheden, wie hoort de muziek van uw evenement, wie merkt dat er meer auto’s parkeren in de buurt? Al deze mensen dient u van tevoren op de hoogte te stellen. Een hulpmiddel bij het gesprek met de buren is de toolkit (handleiding) 'Gesprek met uw omgeving' waarover u hieronder meer kunt lezen.  

Toolkit “Gesprek met uw omgeving”

Om het u wat makkelijker te maken hebben wij een toolkit (handleiding) voor u ontworpen. Hierin vindt u o.a. terug wanneer u in gesprek met gaan, met wie en hoe u een verslag schrijft.